Behoefte en onderzoek tools Categorie A: Co-writing
tools
\label{behoefte-en-onderzoek-tools-categorie-a-co-writing-tools}
-
Resultaten enquête
\label{resultaten-enquuxeate}
Samenwerken aan groepsproducten is in het onderwijs aan de Universiteit
Leiden inmiddels heel gebruikelijk. 40% van de docenten geeft dit soort
opdrachten vaak of heel vaak, ca. 30% is neutraal en eenzelfde
percentage doet dit minder vaak. Studenten reageren met resp. 46%, 15%
en 39% vooral minder vaak neutraal. Het meest gebruikelijk zijn
samenwerkopdrachten bij LUMC, FSW en W&N. Het gaat dan vooral om
presentaties en tekstuele producten, maar ook dataverzamelingen worden
door 36% van beide groepen respondenten genoemd (vooral bij FSW en
W&N). Respondenten vullen dit in de toelichting aan met het samenwerken
aan video-opdrachten en het schrijven van programmeercode.
Als instrumenten worden door studenten veelal Google Docs en Dropbox
gebruikt, maar er wordt ook veel samen achter de pc gewerkt of ouderwets
heen en weer gemaild. De vraag hiernaar was gesplitst; zie Bijlage 2
voor de resultaten per deelvraag. In de comments worden ook Sharelatex
en Github (beide door W&N) en Facebook genoemd. De bij het
samenwerkproces behorende communicatie verloopt via social media,
face-to-face contact of via de mail.
Wat betreft de huidige samenwerkmogelijkheden in Blackboard, wordt door
docenten vooral gebruik gemaakt van discussieforum (41%). Zo’n 20-25%
gebruikt de File Exchange en/of de groepsmail. Blog en Wiki zitten rond
de 10%. In de toelichting worden aanvullend enkele externe tools
genoemd. 20% geeft aan nooit samenwerktools in Blackboard te gebruiken
(relatief veel docenten van GW). Van de studenten zegt overigens maar
liefst 80% deze tools nooit te gebruiken, een opvallende discrepantie
met de docentenrespons. Dit zou erop kunnen wijzen dat de door docenten
aangeboden tools in de praktijk door studenten niet worden gebruikt,
maar het kan ook liggen aan de verschillende herkomstfaculteiten van de
docenten- en studentenrespons.
Gemist wordt in Blackboard vooral een Google-Docs achtige manier om
samen aan bestanden te werken (door 60% van beide groepen). Op
enigszins basale wijze kan dit overigens wel met de Blackboard
Wiki-functionaliteit, die ook nog eens goede monitoring- en individuele
beoordelingsmogelijkheden voor de docent en een Gradebook-koppeling
biedt. Deze worden echter nauwelijks gebruikt. De onlangs verschenen
‘Rapportage Onderzoek Gebruik Blackboard’11Door SOZ, gedateerd
14-07-2016. verschaft op dit punt helaas geen nadere informatie of
inzicht. Studenten missen daarnaast een chatfunctie (40%), maar daar
zitten docenten juist het minst op te wachten (20%). Voor docenten is
ook het reageren op tekst(passages) belangrijk (47%). In de
toelichtingen worden door docenten vooral algemene tekortkomingen van
Blackboard (traag, niet gebruikersvriendelijk) en suggesties voor
aanvullende tools genoemd. Studenten noemen naast opmerkingen over het
gebrek aan gebruikersvriendelijkheid van Blackboard, functies als
opslag, bestandssynchronisatie, simultaan werken en discussie over de
stof, maar vragen ook om beter gebruik van bestaande mogelijkheden of
weten het niet goed.
Enkele opmerkingen uit de respons:
-
(Docent GW) Een belangrijk nadeel van Blackboard voor de
cursussen die ik geef, is dat er alleen ondersteuning is voor een
beperkt aantal bestandstypen. Uploaden van bijvoorbeeld Xml-bestanden
of Code is niet toegestaan. Over het algemeen zou een flexibele
omgeving voor het delen van databestanden heel welkom zijn.
-
(Student W&N) Een overzichtelijke opslag ruimte voor je eigen
bestanden à la google drive. Gewoon een tabblad Documenten, met daarin
mapjes per vak en dan per vak weer mapjes die bijv. gedeeld zijn met
groepjes
-
(Docent FSW) Geen, ik wil dat studenten face-to-face leren samen
te werken
-
(Student FSW) Geen, leer eerst de docenten maar eens met
Blackboard om te gaan
Ongeveer 50% van de docenten zou (heel) graag een universitaire
samenwerktool voor studenten zien, zeker als deze Blackboard-integratie,
monitoring- en feedbackfuncties biedt (elk ca. 60% voorstanders). Bijna
30% staat neutraal tegenover zo’n tool en ca. 20% heeft er geen
behoefte aan. Bij studenten zijn de 3 groepen, voor- en tegenstanders en
neutraal, ongeveer even groot. Ze willen graag simultaan werken en
reageren op elkaar teksten (80%), en gebruiken daarvoor al allerlei
tools. Op monitoring zitten zij niet zo te wachten. 40% heeft dit
liever niet, 38% is neutraal en 22% staat er juist positief tegenover.
Enig toezicht wordt echter wel degelijk op prijs gesteld, want op
feedback door de docent wordt juist positief gereageerd (55% voor, 29%
neutraal en slechts 15% tegen), en in het toelichtingsveld wordt
gehamerd op het kunnen onderscheiden van individuele bijdragen met het
oog op beoordeling. Account- en Blackboardintegratie scoren redelijk
(beide rond de 55% voorstanders en 23% neutraal). Verder hechten
studenten aan versiereconstructie en het synchroniseren van bestanden
(ieder zo’n 65% voorstanders). Bij docenten is naar deze specifieke
functionaliteiten voor studenten niet gevraagd.
Interessant is dat zowel studenten als docenten heel wisselend reageren
op opslag in de cloud, met alle privacy-issues van dien. Van de docenten
ziet 44% dit als (groot) probleem, 20% is neutraal, maar 33% heeft er
weinig tot geen problemen mee. Van de studenten vindt 22% het niet
prettig, 38% is neutraal en 40% ziet er juist de voordelen van in.
Op de vraag aan docenten of ze een geschikte tool kennen, wordt vooral
Google Docs geantwoord. Eén docent heeft daarbij wel ervaren dat dit
chaotisch kan worden en dat de edits niet goed worden bijgehouden. Ook
wordt aangegeven dat Google Docs niet geschikt is voor datagerelateerde
opdrachten. Andere suggesties zijn Dropbox en Feedback Fruits (hoewel
deze tool eerder onder categorie B, sociale annotatietools thuishoort).
Vanuit FSW worden Sharepoint / VRE’s enkele malen genoemd, met de
kanttekening dat dit niet prettig werkte.
In de vrije opmerkingen vragen studenten en docenten vooral om
gebruiksgemak, versiegeschiedenis (Git) en het kunnen bijhouden van
individuele bijdragen van studenten met het oog op individuele
beoordeling. In het kader van de beoordeling wijzen studenten tevens op
het risico dat docenten deze baseren op work in progress dat
studenten zelf nog niet als presentabel beschouwen. Docenten hebben het
liefst een geïntegreerd, flexibel systeem met annotatie- en peer
feedback-functies. Studenten willen ook goede opmaakmogelijkheden
(inclusief LaTeX). Sommigen twijfelen over het nut van een universitaire
tool omdat er tools beschikbaar zijn met de gewenste functionaliteit.
Interessante losse opmerkingen:
-
(Docent ICLON) Er is al heel veel en in mijn ogen gebruiken we
nog heel weinig hiervan. Ik denk dat scholing op het bestaande aanbod
ook al veel zou helpen. Of het meer vanzelfsprekend stellen dat er
bepaalde tools worden gebruikt. Heeft de universiteit Leiden een
bepaalde visie op ICT-gebruik binnen het onderwijs? misschien kan van
daaruit worden begonnen. Als docent wil ik best wel ICT gebruiken of
samenwerktools, maar het ontbreekt me aan het gevoel van noodzaak. Ik
vind het niet nodig en ik heb ook niet het idee dat mijn
leidinggevende stimuleert dat ik dit doe of het belangrijk vindt dat
ik dit doe. Dus als er een tool komt, dan graag de tool implementeren
/ verspreiden met een flinke PR- en nascholingscampagne waar ook het
element ’visie’ wordt meegenomen en waar leidinggevenden bij worden
betrokken.
-
(Docent JUR) In mijn onderwijs zijn samenwerkingsprojecten
steeds minder van toepassing, omdat studenten volgens de
examenreglementen individueel getoetst moeten worden. In ons instituut
is dat vertaald naar: groepswerk wordt ontmoedigd, studenten moeten
individuele papers inleveren. Ik denk dat studenten op dit moment
andere manieren hebben gevonden om samen te werken waar nodig, dat zij
daarvoor ICT-vaardig genoeg zijn en daarvoor hun eigen Gmail accounts
gebruiken. Als we deze tools als universiteit willen faciliteren, ben
ik voorstander, maar ik vraag me af hoeveel studenten er daadwerkelijk
gebruik van zullen gaan maken.
-
(Student FSW) Het is handig als de docent kan meekijken en
commentaar in de kantlijn kan leveren, maar pas op het moment dat het
document naar de docent is verzonden, zodat je weet dat het document
compleet en ”toonbaar” is. Het is heel vervelend als de docent
meekijkt terwijl je nog dingen aan het bedenken/”proberen” bent: dan
sta je continu onder druk, omdat je het gevoel hebt dat alles dat je
in realtime typt gevolgen heeft voor je beoordeling.
-
(Student W&N) De vraag is in hoeverre hier behoefte aan is.
Tuurlijk, het is harstikke handig. Echter: Als er al drive is en
iedereen een gmail account heeft, waarom zouden we dan ervoor kiezen
om een extra app via blackboard te gebruiken? Ik vind het trouwens
totaal niet handig als een docent een halve versie in kan leveren
[sic], maar ik vind het wel belangrijk dat docenten het
makkelijk kunnen controleren. Echter: dat kan ook via het versturen
van een drive-link.
-
(Student JUR) Toegang tot elkaar telefoonnummers om snel te
kunnen bellen/whatsappen.
-
Onderzoek van de tools
\label{onderzoek-van-de-tools}
De tools waar we in deze categorie naar hebben gekeken, zijn onder te
verdelen in 2 soorten: