Inleiding
\label{inleiding}
Dit project is voortgekomen uit het BCI-project VRE’s en
Onderwijs. Eén van de conclusies van dat project was een behoefte van
docenten aan een universitaire samenwerkomgeving waarin studenten aan
groepsopdrachten kunnen werken, maar waarbij de docent toch een oogje in
het zeil kan houden. De opdracht aan dit project was om de behoefte
hieraan verder uit te diepen en een aantal tools (verder genoemd
co-writing tools) te evalueren die hier mogelijk voor in aanmerking
komen, zodat hiermee in een proeftuin nader kan worden
geëxperimenteerd.
De opdracht werd uitgebreid met een tweede categorie tools, die in dit
onderzoek als sociale annotatietools worden aangeduid. Aanleiding
hiervoor waren presentaties van Feedback Fruits en Perusall, die
weliswaar veel enthousiasme teweeg brachten, maar waarvan een goede
afweging ontbrak.
Een belangrijke vraag die door het project beantwoord moest worden, is
waarom de Universiteit dergelijke tools centraal zou moeten aanbieden.
Docenten en studenten vinden immers makkelijk hun weg naar vrij
beschikbare tools, zoals Google Docs. Op deze vraag heeft het project
een antwoord geformuleerd. Vrij beschikbare tools kunnen geen gegevens
uitwisselen met de leeromgeving, waardoor er aan docentenzijde allerlei
verdubbeling van handelingen nodig is, en het benodigde inzicht in de
bijdragen van individuele studenten ontbreekt. Ook studenten dringen
hier in het belang van een individuele beoordeling op aan. Bovendien is
het onwenselijk dat er voor allerlei toepassingen aparte accounts worden
aangemaakt, waarop onderwijsgegevens zonder de benodigde waarborgen
vanuit informatiemanagement worden opgeslagen.
Naast de vergelijking en evaluatie van de tools op beide gebieden, is er
ook een behoeftenonderzoek onder docenten en studenten uitgevoerd, om
wat meer reliëf in de beoordelingscriteria te brengen. De resultaten van
deze enquête zijn feitelijk een zelfstandig product van dit onderzoek,
dat allerlei inzichten biedt.
Het projectteam omvatte 6 personen, met een gezamenlijke expertise op
het gebied van didactiek, onderwijsinnovatie, ICTO-tools,
informatiemanagement en de bibliotheekwereld. Door omstandigheden hebben
we het onderdeel informatiemanagement uiteindelijk minder kunnen
uitdiepen dan gepland. Dit betreft aspecten als koppelingen,
licentievoorwaarden en informatieveiligheid. Ook het geplande uitvragen
van andere instellingen is mede hierdoor beperkt gebleven.
Al met al is dit rapport rijk aan informatie, maar biedt tevens diverse
aanknopingspunten voor vervolgacties.
-
Methode
\label{methode}
-
Docenten- en
studentenenquête
\label{docenten--en-studentenenquuxeate}
Om de behoefte van docenten en studenten aan samenwerktools te
achterhalen, is gewerkt met enquêtes voor beide doelgroepen. Hierin is
gevraagd naar de huidige praktijk voor groepsopdrachten (categorie A) en
het bestuderen van teksten (categorie B), de behoefte aan een tool voor
deze doelen, eisen waaraan deze zou moeten voldoen en meningen over
bepaalde aspecten. Docenten en studenten kregen niet exact dezelfde
vragen voorgelegd, maar deze waren geherformuleerd naar perspectief van
de doelgroep en hier en daar is met extra vragen ingezoomd op specifieke
behoeften of meningen. Voor de vragen en volledige resultaten van de
enquête, zie bijlage 1. De waargenomen tendensen worden besproken in de
volgende hoofdstukken.
De docentenenquête is verspreid via de volgende kanalen (vanaf 12 mei
2016):
-
Via de ICTO-coördinatoren:
-
Direct aan potentieel geïnteresseerde docenten /
opleidingsdirecteuren in de faculteit
(GW, FGGA, ICLON, JUR en W&N; bij LUMC zelfs faculteitsbreed).
-
Opgenomen in een facultaire nieuwsbrief (GW, JUR, FSW).
-
Persoonlijke contacten van de projectleider:
-
Fellows van de Teachers’ Academy.
-
Het netwerk van de vakreferenten van de UBL.
De studentenenquête is (eveneens vanaf 12 mei 2016) verspreid aan of
via:
In sommige faculteiten was het lastig de doelgroep te bereiken en/of de
animo om de enquête in te vullen was laag. Na enkele verlengingen hebben
de enquêtes open gestaan tot 7 juli (docenten) dan wel 10 juli
(studenten). De uiteindelijke respons was als volgt: