Auteursrechtelijke en wettelijke
beperkingen
\label{auteursrechtelijke-en-wettelijke-beperkingen}
Zoals in de antwoorden op de enquête gelezen kon worden, ervaren
docenten dat het beschikbaar stellen van teksten in annotatietools
belemmerd wordt door het auteursrecht en de licentievoorwaarden van
uitgevers. In deze tools gelden dezelfde regels als in Blackboard (en
leeromgevingen in het algemeen), maar de gulden regel om waar mogelijk
te kiezen voor linken in plaats van plaatsen van een pdf, kan in
annotatietools niet worden toegepast. Teksten moeten echt ìn de tools
worden geüpload en zijn daarmee onderhevig aan de readerregeling zoals
overeengekomen met de Stichting PRO. Korte overnames kunnen daarmee
direct geplaatst worden (die vallen onder de afkoopregeling), maar voor
lange overnames moet formeel toestemming worden gevraagd en geldt een
vergoeding per woord vermenigvuldigd met de oplage (i.c. het aantal
studenten dat toegang heeft tot het materiaal). Uitzondering zijn
teksten waarvoor opname in (digitale) readers al in de
licentievoorwaarden is opgenomen. Hiervoor is een verificatietool
beschikbaar op de website van de universitaire bibliotheken11Zie
http://www.bibliotheek.leidenuniv.nl/doceren-onderzoeken-publiceren/publiceren-en-opslaan-van-onderzoek/auteursrechten-informatiepunt/verificatiemodule-intro.html.
Die vergoeding voor lange overnames kan hoog oplopen. Mede omdat in
Blackboard geen systeem voorhanden is om deze kosten te kunnen
doorberekenen aan de studenten, luidt het voorschrift in dat geval om te
kiezen voor een gedrukte reader, die door studenten bij het Studiepunt
kan worden gekocht.
In annotatietools kan hierop vanzelfsprekend niet worden teruggevallen.
Perusall en Actively Learn bieden voor auteursrechtelijk beschermd
materiaal een betaalsysteem, waarbij een licentie voor gebruik in de
cursus kan worden afgesloten. Actively Learn biedt een doorzoekbare
‘catalogus’ met materiaal van bepaalde uitgevers, waarvoor je ook
verzoeken tot aanvulling kunt indienen. De licenties (toegang voor max.
een jaar) worden betaald door de instelling. Perusall heeft (nog) geen
catalogus. Hier doe je per geval een aanvraag, waarna het bedrijf
contact opneemt met de uitgever en een prijs en eventuele aanvullende
voorwaarden voor beschikbaarstelling overeenkomt. Een ander verschil is
dat hier de student zelf betaalt, via een betaalmodule binnen Perusall.
Deze prijs is vaak lager dan de boekhandelsprijs, maar ook hier is de
toegang vaak slechts voor beperkte tijd.
Perusall baseert haar verdienmodel op deze constructie. Het gebruik van
de applicatie is (tot nu toe) gratis; het geld wordt verdiend met
betaalde teksten (er wordt dus niet verdiend aan docenten die alleen
eigen pdf’s gebruiken). De onderhandelingen van Perusall met uitgevers
gaan geheel buiten de bibliotheek om. Het kan dus voorkomen dat er
aanvragen worden ingediend voor materiaal, waarvan gebruik in een
digitale reader binnen de licentie valt.
Bij de combinatie van gebruik van (door de student zelf) betaalde
teksten èn verplichte actieve participatie aan Perusall, doet zich nog
een ander issue voor: Voor onderdelen die verplicht deel uitmaken van de
studie, is het in Nederland verboden om studenten naast het collegegeld
op extra kosten te jagen. Dit om de keuzevrijheid van de student te
waarborgen, om studiebenodigdheden op een zelfgekozen manier te
verkrijgen. Hierover is een richtlijn verschenen in de vorm van een
brief van het Ministerie van OCW aan de onderwijsinstellingen, gedateerd
28 april 201522Zie
http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/brieven/2015/04/28/brief-over-eigen-bijdrage-studenten/brief-over-eigen-bijdrage-studenten.pdf.
In deze brief worden ten aanzien van een eigen bijdrage door studenten
de volgende kostencategorieën genoemd:
-
Categorie 1. Kosten die voortvloeien uit de wettelijke
verplichtingen die instellingen op grond van de WHW hebben en die
derhalve niet mogen worden doorberekend aan studenten (het
kostenrisico komt voor de instelling)
[…] Zo mogen geen kosten worden doorberekend voor
[…] het verzorgen van (interactieve) vormen
waarmee de studenten aan de slag gaan met de studiestof (tenzij dit
geen onderdeel is van de opleiding).
-
Categorie 2. De kosten verbonden aan
onderwijsbenodigdheden en bepaalde onderwijsvoorzieningen mogen
uitsluitend op basis van vrijwilligheid worden doorberekend aan
studenten (het kostenrisico komt voor de instelling of de student).
[…] Studenten worden geacht zelf de kosten van een
aantal onderwijsbenodigdheden te dragen, zoals de kosten van boeken,
syllabi en (digitale) leermiddelen, materialen en bepaalde kosten
verbonden aan practica (bijvoorbeeld een veiligheidsbril en een
laboratoriumjas). Met betrekking tot boeken, syllabi,
(digitale) leermiddelen en opdrachten geldt dat instellingen het
studiemateriaal voorschrijven, maar niet mogen voorschrijven op welke
wijze de student het studiemateriaal verkrijgt. Als instellingen deze
materialen verstrekken, mag hiervoor een eigen bijdrage worden
gevraagd, maar kan de instelling niet voorschrijven dat studenten deze
materialen moeten afnemen bij de instelling. Dit geldt tevens indien
instellingen microscopen verstrekken. Studenten kunnen deze
(leer)middelen zelf (nieuw of tweedehands) aanschaffen.
Het betalingssysteem in Perusall druist hiermee in Nederland tegen de
wet. Deze tool kan dus alleen worden gebruikt voor het beschikbaar
stellen van ‘korte overnamen’ waarvoor betaling al geregeld is, of
teksten waarvan de docent zelf het auteursrecht bezit en die hij
vrijelijk kan gebruiken.
Overigens bieden ook uitgevers zelf tegenwoordig platforms met
elektronische text books of aanvullend materiaal met didactische
functionaliteit aan. Daarnaast gaan ze er steeds meer toe over de
student hiervoor een toegangsprijs te berekenen, in plaats van licenties
met (de bibliotheken van) onderwijsinstellingen af te sluiten. Ook dit
jaagt de student op kosten. Dat dit de studenten in toenemende mate
frustreert, blijkt uit een recent artikel in Buzzfeed33Zie
https://www.buzzfeed.com/leticiamiranda/access-codes?.