Tools voor gezamenlijk online werken aan
teksten
\label{tools-voor-gezamenlijk-online-werken-aan-teksten}
In deze categorie laten juist de Blackboard Wiki’s zien wat de waarde
kan zijn van een in de leeromgeving geïntegreerde samenwerktool: Single
sign-on, meekomende users en groups, instelbare deadlines,
inzicht in de individuele bijdragen van studenten (percentueel en
inhoudelijk) en een Gradebook-koppeling. Dit zijn absolute
qualifiers voor een samenwerkapplicatie in het onderwijs.
Direct gediskwalificeerd zijn Etherpad en Quip. Het eerste is een
basic ogend open source platform waarop je drempelloos simultaan
kunt schrijven. Het is eindeloos uitbreidbaar met plugins, maar het
beheer is bewerkelijk en de uitgeprobeerde vrij toegankelijke omgeving
bleek zo lek als een mandje. Quip ziet er juist geavanceerd uit, maar
ook deze omgeving is niet goed afgesloten, waardoor anderen bewust of
onbewust in jouw gedeelte kunnen komen. Voor de volledigheid worden deze
2 applicaties in onderstaande evaluatie nog wel meegenomen.
Bij bijna alle tools is de veiligheid van data en persoonsgegevens een
issue. Feitelijk voldoen alleen de Blackboard Wiki’s aan het Surf
Normenkader, omdat zij meeliften op de bestaande licentie via Surf. De
voorwaarden van Microsoft Office365 for Education zijn grotendeels
compliant, maar Surf maakt wel enkele kanttekeningen.11Zie
http://www.surfmarket.nl/Documents/Juridisch%20Normenkader%20Microsoft.pdf.
Naast de Blackboard Wiki’s komt Microsoft OneNote Class Notebook
(onderdeel van Office365 for Education) het meest in aanmerking als
samenwerkomgeving in het onderwijs. Het biedt Blackboard-integratie via
LTI (zij het zonder Gradebook-koppeling) en je lijkt een redelijk beeld
te kunnen krijgen van het individuele aandeel van de studenten aan het
resultaat. Dit is het zwakke punt van de overige externe tools. Vaak
komt het reconstrueren hiervan neer op een soort sporenonderzoek. In
OneNote kun je echter via de desktop-app een uitgebreide History
bekijken, waarin de bijdragen per auteur kunnen worden gesorteerd. De
andere onderzochte tools werken in het beste geval met kleuren (Google
Docs, Ocean Browser, Etherpad) of er is een Thread (Quip). Voor
de groepsleden zelf is informatie op dit niveau nog wel nuttig, maar
voor een beoordeling door de docent biedt dit weinig inzicht. In
Authorea en de overige MS Office 365 applicaties is een reconstructie
van individuele bijdragen op dit moment helemaal niet mogelijk.
Qua gebruikersbeleving scoren de Blackboard-wiki’s juist het minst. Het
interface is niet bepaald smooth en vereist veel geklik, zowel
voor de docent (instellen) als voor de studenten. Je kunt niet met
meerdere mensen tegelijk op dezelfde ‘pagina’22Een ‘pagina’ in
een Blackboard Wiki kan afhankelijk van de gekozen indeling een
paragraaf, een hoofdstuk of het hele document omvatten. De
granulariteit wordt door de gebruikers bepaald. werken, geen
opmerkingen bij een passage invoegen (alleen per ‘pagina’), niet
terugschakelen naar een eerdere versie (behalve docenten), en de
compatibiliteit laat te wensen over: Blackboard ondersteunt bijvoorbeeld
geen LaTeX-invoer en je kunt de tekst niet exporteren naar Word of pdf
om het afgeronde product apart in te leveren, desgewenst met
plagiaatcontrole, of buiten de applicatie op te slaan. Mobiel bewerken
gaat niet met de app, maar alleen via de webversie.
Online real time samenwerken is voor studenten inmiddels een
basisbehoefte en gaat in de meeste andere applicaties gesmeerd. In
Google Docs, Quip, Ocean Browser en Etherpad zijn simultane bewerkingen
real time zichtbaar. In MS Office365 applicaties moet je dit eenmalig
aanzetten. Ook Authorea komt binnenkort met een ‘look and feel à
la Google Docs’. Nu wordt een alinea gelockt als deze al in bewerking is
en moet er tussendoor worden gesaved. Bij enkele tools kun je ook
offline werken waarna de versies worden gesynchroniseerd.
Naast het simultaan werken, hechten studenten aan feedback in de marge
door medestudenten en de docent. Ook voor de docent zelf is dit een
belangrijk hulpmiddel. Dit is een zwak punt van de Blackboard Wiki’s en
OneNote Class Notebooks. Bij de Wiki’s kan het zoals gezegd alleen per
‘pagina’, en zonder discussie. In de Class Notebooks is er geen
feedbackfunctie aanwezig, maar kunnen via de tekenfunctie tekstuele of
‘handgeschreven’ opmerkingen worden ingevoerd, echter zonder discussie.
Bij Google Docs kan er wel terug gereageerd worden, maar er worden geen
meldingen verstuurd waardoor een echte discussie vaak uitblijft. Alle
andere tools bieden goede reactiemogelijkheden naast het document. Bij
Quip kun je deze functie ook openstellen voor uitgenodigde meelezers en
bij Authorea kan de tekst zelfs voor het algemene publiek openbaar
worden gemaakt waarna iedereen kan reageren.
Authorea voldoet als sociaal platform voor het (gezamenlijk)
wetenschappelijk schrijven, reviewen en publiceren als enige aan alle
eisen die hierbij komen kijken (referentiemanagement, LaTeX-invoer,
embedden van data en visualisaties, Git repository,
exportmogelijkheden). Naast wetenschappers richt Authorea zich ook
steeds meer op het onderwijs. In juni dit jaar is het toegevoegd aan de
Microsoft 365 Education Solutions33Zie
https://www.authorea.com/users/96042/articles/114367/_show_article.
(het biedt nu Office365 single sign-on), en in juli is een Student
Ambassador Program gelanceerd44Aldus een customer mailing van
Authorea dd. 28 juli 2016. Op de website is deze informatie niet te
vinden.. Er is echter een licentie nodig om besloten artikelen te
creëren (de gratis licentie staat er slechts eentje toe), en de bijdrage
per auteur is niet helder inzichtelijk, zodat een individuele
beoordeling lastig is. Ook een LTI-koppeling met de leeromgeving
ontbreekt vooralsnog.
Bij alle applicaties behalve bij Blackboard Wiki’s zijn de studenten
zelf de eigenaren van de omgeving of het document. Indien de docent wil
meekijken met het oog op een individuele beoordeling, dan moet deze van
kijkrechten worden voorzien. Meestal moet de docent hiervoor als
co-auteur worden toegevoegd. De bal daarvoor ligt dus bij de studenten.
Alternatief zet de docent de omgeving(en) klaar en nodigt hij of zij de
studenten per groepje uit. Dit is feitelijk de situatie bij de
Blackboard Wiki’s, met als unieke eigenschap dat daar de gebruikers en
groepen al klaarstaan. Dit geeft de docent de touwtjes in handen, maar
vereist wel wat voorwerk. Ook moeten de studenten overtuigd en
gemotiveerd zijn om hun samenwerkopdracht in deze verplichte omgeving
uit te voeren. Een goede gebruikerservaring is daarvoor een voorwaarde.
Deze is in Google onverslaanbaar, maar Office365 en Authorea zijn goede
runners-up .
Overigens kun je in Google Docs, Office365 en Quip naast (verrijkte)
teksten ook samenwerken aan spreadsheets, en in de eerste 2 bovendien
ook aan presentaties. Voor samenwerken aan andere producten (bv. video
of databases) zijn andere applicaties nodig.